Ierland
Paul Henri VANDORMAEL

Thematische verzameling


1. Omschrijving :

Ons lid, Paul, heeft één grote filatelistische passie: Ierland. Hij heeft hieromtrent over de jaren heen al meerdere verzamelingen uitgewerkt, hoofdzakelijk in de klasse “traditionele filatelie”. U kan onder die rubriek op de website dus nog veel meer werk van hem terugvinden.

Toch stelde hij ook één keer een verzameling samen rond Ierland Algemeen, waarbij het accent legde op de illustratie van alles wat typisch Iers is, een verzameling die hij toonde onder de categorie thematiek.

Deze verzameling telde maximaal 3 kaders van 12 pagina’s en was hoofdzakelijk samengesteld uit postzegels en kleinere stukken. Ze was volledig met de hand geschreven.

Ogenschijnlijk wél een mooie verzameling en een poging in de goede richting, maar eentje die niet hoog scoorde omwille van het ontbreken van een diversiteit aan filatelistische stukken - een punt waaraan bij het opzetten van een thematische verzameling veel aandacht besteed dient te worden.

Hij startte met enkele Ierse symbolen.

Naast de landkaart, de wapenschilden en de vlag, die op vele postzegels terugkomen, hoort uiteraard ook de Keltische taal tot de eigenheid van Ierland.

De Kelten spraken een Indo-Europese taal, de basis voor het Oud-Iers waaruit het Iers of Gaelisch is voortgekomen. Wist u dat het de Ierse monniken waren, die het Gaëllisch redden?
 


Verder ook:

Het Keltisch kruis :
 

 

Brief dd 29.11.1953 van Baile Atha Cliath naar Lackawanna (USA) – Zegels nr 81 en 120

De Shamrock (=klavertje drie) :

Dit is een algemeen gelukssymbool. Het wordt beschouwd als hét embleem van Ierland en stelt het mysterie van de Goddelijke Drie-eenheid voor. De shamrock wordt tijdens St. Patrick´s Day (17 Maart) door Ierse mensen over de hele wereld gedragen.

De Keltische harp :

Naast een pedaalharp (de gekende concertharp) is er ook de haakjesharp. Deze harp heeft ± 34 snaren en is kleiner dan de pedaalharp.
I.p.v. pedalen heeft deze harp haakjes boven de snaren, waardoor men een snaar een stukje kan inkorten. De toon wordt zo met een halve noot verhoogd. Doordat elke snaar maar één haakje heeft (terwijl een pedaal een snaar 2x kan verkorten, kan er gespeeld worden in toonsoorten van Es (drie mollen) tot E (vier kruisen). Elke snaar heeft zijn eigen haakje, zodat er meerdere haakjes omgezet moeten worden bij wisselingen van toonsoorten Onder het spelen is dit erg lastig en haakjesharpen worden dan ook vooral bespeeld voor volksmuziek. Ze zijn uitermate typisch voor het spelen van de Ierse muziek, die nog steeds op diatonische principes gebaseerd is
 

 

Daarna liet hij de kijker kennismaken met het land Ierland zelf a.h.v. landschappen :

 

       
Brief dd 27.8.1984 van Cnoc Mhuire (E Knock), Co. Mayo naar Werchter. Zegels nrs 394-363-374 Brief dd 8.8.1986 van Baile Atha Cliath
naar Mainz (BRD) – Zegels nrs 495 en 599


… en de lokale fauna en flora.

De hoofdmoot werd gevormd door een bondige schets van de geschiedenis van het eiland t/m de opsplitsing in Noord en Zuid.

Nergens in West-Europa was de geschiedenis zo tastbaar aanwezig als in Ierland. Getuigen ervan zijn de vele ruïnes en gedenktekens, sporen van de eeuwenlange strijd tussen de Keltische inwoners en groepen die later kwamen, oa Noormannen, Anglo-Normandiërs en Schotse protestanten.
 

De eerste bewoning van Ierland stamt van na de laatste ijstijd. Destijds waren Groot-Brittannië en Ierland nog verbonden aan het Europese vasteland. Nadat Ierland een eiland werd door het smelten van het ijs en de stijging van de waterspiegel kwamen vooral Britse bewoners - per boot - naar het eiland. De oudste archeologische vondsten zijn een prehistorisch fort en een kamp bij Mount Sandel. Rond 3000 v.Chr. bereikten de eerste Neolithische bevolkingsgroepen Ierland.

De Bronstijd begon er ± 2000 v.Chr. De eerste metalen voorwerpen waren nog van goud en koper, maar al snel leerde men brons te maken van een legering van koper en tin. Veel bronzen voorwerpen werden door heel Europa vanuit Ierland verspreid.
Een nieuwe bevolkingsgroep arriveerde in Ierland: het klokbekervolk, genoemd naar de vorm van de bekers die ze maakten. Ze deden aan mijnbouw en brachten nieuwe religieuze gebruiken mee.

 


Brief van 4.5.1981 van Inis Carhbann (E: Inniscrone), Co. Mayo naar Dublin 2 – Zegel nr 440 1ste dag

Vanaf ca 600 v.Chr. kwamen de Kelten Ierland binnen. Volgens de 'Celtic invasion theory' wisten ze tussen 100 v.Chr. en 100 na Chr. o.a. door hun ijzeren wapens en paarden en de oorspronkelijke bevolking aan zich te onderwerpen en in korte tijd het hele land te veroveren. De Kelten leefden volgens het clansysteem in tuatha (kleine koninkrijkjes) en het volk was verdeeld in 3 klassen: de áes dána (o.a. druïden, muzikanten priesters en dichters), de vrijen en de onvrijen of slaven.
Er zijn veel legenden over de Kelten en de Ieren zijn nog steeds trots op hun Keltische oorsprong.

Na de ineenstorting van het Romeinse Rijk vonden vele Keltisch-Christelijke vluchtelingen de weg naar Ierland. In 430 zond de paus de eerste christelijke missionaris, genaamd Palladius, naar Ierland. Zijn opvolger was de legendarische heilige Patricius of Saint Patrick. St. Patrick werd bisschop van Ierland en groeide uit tot de nationale heilige van het land. Hij stichtte vele kloosters en de monniken kregen alle macht over de kerk. St Patrick’s day is nu de nationale feestdag van Ierland. De Ierse monniken redden ook het gaelisch – de inheemse taal.
Uit deze kloostertijd dateren ook een aantal zeer fraaie evangeliehandschriften.

Na de snelle verspreiding van het christendom en de stichting van de vele kloosters in Ierland en zelfs daarbuiten, brak een rustige periode aan van voorspoed die ook wel het Gouden Tijdperk wordt genoemd. Door problemen op het vasteland vluchtten vele geleerden en kloosterordes naar Ierland, waardoor kunst en wetenschap bloeiden. Tegen het einde van de 8e E was Ierland verenigd in taal, cultuur, religie en wetten.

Aan de betrekkelijke rust kwam een einde met de eerste invallen van Noorse schepen op het eiland Lambay ± 795. Het tijdperk zou duren tot ± 900. Vrijwel alle kloosters langs de kust van Ierland werden geplunderd en de kloosterlingen bouwden hoge torens gebruikt als klokkentoren en als uitkijkpost met een ingang die ver boven de grond lag.
In 837 arriveerden grote konvooien Noorse schepen en de Vikingen richtten permanente woonplaatsen in en handelsposten. Vanuit deze uitvalsposten werden nu ook die delen van Ierland geplunderd die tot dan gevrijwaard waren. De Vikingen waren de oprichters van de eerste steden in Ierland. Handel werd steeds belangrijker en voor het eerst werd er geld gebruikt in Ierland.
Dublin werd de rijkste stad van de Vikingen en een belangrijk handelscentrum. In 870 maakte Olaf de Witte, een Noorse legerleider, van Dublin de hoofdstad van zijn kolonie. De Vikingen vermengden zich gestaag maar zeker met de Ierse bevolking.

Ierland telde toen 7 provincies: Munster, Leinster, Connacht, Meath, Ailech, Airgialla en Ulster) en ± 100 tot 200 kleine koninkrijkjes, onder één Hoge Koning (= Ard Rí) die theoretisch de macht had over de andere provinciale koningen. Hij was een politiek opperhoofd die ook instond voor de bouw van scholen, wegen, bruggen en zorgde voor de rechtspraak. Het tijdperk van de hoge koningen zou duren van 900 tot 1155. In de slag bij Clontarf in 1014 versloeg koning Brian Boru de Vikingen, een slag die een einde maakte aan de invloed van de Vikingen maar de dood van koning Brian Boru maakte ook dat het land in verval geraakte.

Paus Gregorius VII zette een hervorming in gang, met oa de stichting van aartsbisdommen, waarbij de Ierse kloosters zich moesten onderwerpen. In 1152 kreeg de Ierse kerk tijdens de synode in het Schotse Kells haar eerste constitutie. Het eiland werd verdeeld in vier bisdommen. De aartsbisschop van Armagh werd de primaat. Deze situatie duurt voort tot op de dag van vandaag

In 1155 droeg Paus Adrianus IV, de enige Engelse paus ooit, het oppergezag in Ierland over aan Koning Hendrik II van Engeland. Volgens deze pauselijke bul was de Engelse koning voor Ierland de plaatsvervanger van de paus. In werkelijkheid werd het oppergezag in Ierland verder betwist door rivaliserende provinciale koningen en was er nog steeds een Hoge Koning

Toen één vd laatste Hoge Koningen vermoord werd, kwam dit alles op de helling te staan.
Hendrik II, vrezend voor een rivaliserend Normandisch koninkrijk in Ierland, nam het heft in eigen hand en viel in 1171 het land binnen. Hendrik gaf zijn Ierse bezittingen, de Heerlijkheid Ierland, waaronder The Pale, aan zijn jongste zoon, Jan zonder Land. Toen deze onverwacht koning van Engeland werd viel de Heerlijkheid direct onder de Engelse kroon. De Normandische baronnen kregen na de invasie de controle over een groot deel van Ierland. Door de verdeel-en-heerspolitiek van de Engelse kroon, het verdelen van domeinen in kleinere delen en de komst van de Zwarte Dood werd hun invloed minder. Enkel The Pale stond nog onder directe invloed van Engeland, daarbuiten namen vele Normandische heersers de Keltische gebruiken en taal over.

In de periode van de reformatie gaf de Katholieke kerk deels gehoor aan de hervorming die aan het eind van de Middeleeuwen in Europa opkwam. Toen in Engeland de Anglicaanse Kerk ontstond, ontstonden er in het katholieke Ierland twisten en verdeeldheid. Hendrik VIII wist de Ierse adel aan zich te binden en Engeland voerde in Ierland de anglicaanse religie als staatsgodsdienst in.

Nadat een poging om Ierland tot een wingewest voor Karel I te maken, volgde een opstand en werden vele Engelse protestanten omgebracht. De Ieren zouden daar zwaar voor boeten.

Olivier Cromwell herstelde hardhandig het gezag bij de slag bij Drogheda in 1649 en grote gebieden gingen opnieuw in Engelse handen over. De val van Cromwell bracht in Engeland Karel II terug op de troon. Die wilde de katholieken ruimte geven, maar zij dienden dan wel te erkennen dat de Paus niet het recht had een koning af te zetten. Die erkenning bleef uit, waardoor Karel optrad tegen de leiding van de Katholieke Kerk. De aartsbisschop van Armagh, Olivier Plunkett werd gevangen genomen en in 1681 op gruwelijke wijze ter dood gebracht.
Na zijn dood werd Karel opgevolgd door Jacobus II, een katholiek en pro-Ier die katholieke Ieren op hoge posten installeerden, wat in het protestantse Ulster tot grote wrevel leidde.

In 1688 viel Willem III van Oranje-Nassau Engeland binnen en verdreef er zijn schoonvader Jacobus II Willem vond in Ulster steun, terwijl Jacobus II vh. Ierse parlement steun kreeg. Willems zege in de slag aan de Boyne (1690) en de inname van Limerick (1691) brachten Ierland volledig in de Engelse greep. Bij het afsluiten van het Verdrag van Limerick gaven de Ieren zich over. Achteraf werden de ingenomen stellingen, vooral door toedoen van de protestanten die wraak wilden voor de gebeurtenissen van 1641, vrijwel geheel teruggedraaid. Deze oorlog vond meer dan drie eeuwen geleden plaats maar is officieel nog niet afgesloten omdat er nog steeds slachtoffers vallen bij de strubbelingen in N-Ierland, die er een rechtstreeks gevolg van zijn.

De Ierse maatschappij bestond in de 19e E uit een kleine protestantse bovenlaag en een grote katholieke onderlaag. De leefomstandigheden van de onderklasse waren zeer slecht. In Dublin was het niet ongewoon om met dertig tot veertig mensen een huis te delen. Op het platteland waren de omstandigheden mogelijks nog slechter.
De bevolking van Ierland was in de eerste jaren van de 19e eeuw explosief gegroeid. Het land was vaak eigendom van protestantse edelen, die zelf in Engeland woonden. De opbrengst (graanteelt) ws voor export naar Engeland bestemd. De kleine boeren teelden voor eigen gebruik aardappelen. Naar schatting 2/3 van de bevolking was er in 1841 voor zijn dagelijkse voeding primair op aangewezen.


Toen in 1845 en 1846 de aardappeloogst mislukte en er geen alternatieven waren, leidde dit tot een zeer ernstige hongersnood. In 1847 viel de oogst mee, met als gevolg dat voor het volgende jaar weer meer aardappelen gepoot werden. Toen in 1848 de oogst wederom compleet verloren ging was het drama compleet.
De precieze omvang van deze ramp, in Ierland aangeduid als the Great Famine is moeilijk vast te stellen. Ierland had in 1840 naar schatting ± 8 miljoen inwoners. In 1850 nog ± 6 miljoen. Het verschil veroorzaakt door sterfte en massale emigratie, vnl naar de USA en Canada.



De hongersnood dreef de Ieren naar een gelijkere verdeling van het land. Het 'landvraagstuk' was veel belangrijker dan zelfbestuur of onafhankelijkheid. In 1850 leidde dat tot de oprichting van een vereniging van pachters, Tenant Right League.

Na het unieverdrag van 1800 ontstond in de 19e E een streven naar zelfbestuur o.l.v. Charles Stewart Parnell. Twee keer werd een wet voor zelfbestuur aangenomen door het Lagerhuis in Londen, maar even vaak sneuvelde het voorstel in het Hogerhuis. De dood van Parnell in 1891 beroofde de Ierse Partij van een krachtig leider, het perspectief op een eigen parlement in Dublin leek daarmee te verdwijnen.

Een groep schrijvers rond Yeats en Lady Gregory, met o.a. Robert Emmet, vond inspiratie in de oude Keltische mystiek. De Gaelic League werd gesticht met oa als doel de eigen Ierse taal te ondersteunen. Nationale scholen werden opgericht waar Iers een verplicht vak werd. Op sportgebied werd de Gaelic Athletic Association opgericht, die zich richtte op 'klassieke' Ierse sporten
Dit nieuwe nationalisme, gegrond op de Ierse eigenheid, zorgde voor een opleving van de radicale stroming in de politiek.
Sinn Féin werd in deze periode opgericht. Toch bleef de Ierse Partij de dominerende kracht.

Toen in Engeland in 1910 de liberalen aan het bewind kwamen met steun van de Ierse Partij leek zelfbestuur binnen handbereik. Door een wijziging in de verhouding tussen Lagerhuis en Hogerhuis kon het Hogerhuis zelfbestuur niet langer blokkeren, alleen nog vertragen.

In 1912 werd een wet aangenomen waarbij heel Ierland zelfbestuur kreeg. Die wet leidde tot groot verzet in de provincie Ulster, geleid door een Dubliner, in Engeland gesteund door de Conservatieve Partij. Omwille van de naderende Wereldoorlog wilde de Liberale Partij de protestanten in Ulster niet voor het blok te zetten. De Ierse partij moest lijdzaam toezien hoe er gepraat werd over een aparte regeling voor het noorden van het eiland. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog betekende uitstel voor het zelfbestuur. De leider van de Ierse Partij riep alle Ieren op om het Koninkrijk te helpen in deze zware tijden door dienst te nemen in het leger. Vele Ieren gaf gehoor maar de tegenstand was even groot ook binnen de Ierse Partij, vnl in de paramilitaire afdeling - de Irish Volunteers
 

Brief dd 10.8.1971 van Inbhear Mor (E:inver), Co. Donegal
Naar London – Zegel nr 269 met J.M. Synge

Ook de republikeinen hebben een eigen militaire organisatie, de Irish Republican Brotherhood (IRB).
Onder hen o.a. Thomas MacCurtain en Terrence MaxSwiney.De leiders van die beweging sluiten zich ook aan bij de volunteers.

Een aparte rol speelde de kleine socialistische partij.
O.l.v James Connolly probeerde deze partij de strijd voor onafhankelijk-heid te combineren met de strijd voor een socialistische revolutie.

Ook deze partij had een eigen militaire afdeling, de Irish Citizen’s Army
Padraigh Pearse, de belangrijkste leider van de IRB, weet Connolly tot samenwerking te bewegen.



Op 24 april 1916, Paasmaandag, gaan beide groepen over tot de bezetting van een aantal belangrijke panden in Dublin.
Zij vestigen hun hoofdkwartier in het Hoofdpostkantoor (GPO) aan O'Connell Street. Pearse leest daar de proclamatie voor waarbij de Republiek Ierland wordt uitgeroepen.

 

Ierland – Republiek !
 
Brief dd 13.5.1966 van Mala (E:Mallow), Co. Cork naar Mallow. Zegel nr 181
met Eamonn Ceannt - Hij maakte deel uit van de Irish Volunteers
 

De opstand was na zes dagen voorbij. Waarschijnlijk gokten de leiders er op dat hun actie voldoende zou losmaken om op korte termijn toch tot het gewenste doel te komen. De manier waarop de Engelsen reageerden, alle leiders werden geëxecuteerd, heeft er zeker toe bijgedragen dat de opstand postuum heeft bereikt wat zij voor ogen hadden

Door het uitbreken van de Wereldoorlog I was de Home Rule opgeschort. De Paasopstand had het verzet tegen die wet in Ulster alleen maar versterkt. Voor de protestanten betekende Home Rule: Rome Rule. Bij de algemene verkiezingen in november 1918 werd Sinn Féin verreweg de grootste partij vóór de Unionisten in Ulster. De oude Ierse partij werd vrijwel weggevaagd. De leden van Sinn Féin weigerden plaats te nemen in het parlement in Londen en vormden hun eigen parlement in Dublin, de Dáil Éireann

In 1919 werd het steeds vaker aanslagen gepleegd op Britse doelen. De Britten reageerden daarop met vergeldingsacties. In Ierland zelf staat deze periode bekend als de Ierse onafhankelijkheidsoorlog
In 1920 nam het Britse parlement een wet aan waarbij het eiland in tweeën werd gedeeld. Het noorden kreeg eigen zelfbestuur en behield een nauwe band met Londen. In het zuiden kwam een eigen parlement in Dublin. De verdeling van het eiland was voor veel Ieren onacceptabel.
In het voorjaar van 1921 brak bij een aantal kopstukken van Sinn Féin het besef door dat langs militaire weg hun doel niet bereikt zou worden. Dat leidde tot vredesbesprekingen die in december resulteerden in een verdrag. Door dat verdrag werd het zuiden de facto onafhankelijk, de Vrijstaat, hoewel er in naam een band met Londen bleef bestaan. Het verdrag betekende ook dat het zuiden akkoord ging met de creatie van een protestantse staat Noord-Ierland waarin de grote katholieke minderheid bewust tot tweederangs burgers werd gemaakt

Last but not least besteedde Paul nog wat aandacht aan de transport- en communicatiemogelijkheden op het eiland en hoe de ieren zich het liefst vermaken.

 

2 Plan :

 

1. De Ierse symbolen
    
Landkaart, de wapenschilden,
     het Keltisch Kruis, de harp,
     St. Patrick en de “Shamrock”

2. Het milieu
    
2.1. Landschappen
     2.2. Fauna & Flora
     2.3. Dieren- en milieubescherming

3. De geschiedenis
    
3.1. Het Mesolithicum
     3.2. Het Neolithicum
     3.3. Het bronstijdperk
     3.4. De Ijzertijd
     3.5. Oud-Ierse motieven
     3.6. De Middelleeuwen
            3.6.1. Sint Patrick
               3.6.2. Periode van de vikingen
               3.6.3. Kunstwerken

      3.7. De Engelse overheersing en de Ierse vrijheidsstrijd
            (1169/1937)
            3.7.1. Hendrik III – Koning van Ierland
               3.7.2. De eerste weerstand
               3.7.3. 18de-19de eeuw – De strijd gaat verder
               3.7.4. Einde 19de en 20ste eeuw


4. Transport en communicatie

5. Spel en vermaak
 

 


3. Tentoonstellingen en behaalde resultaten :



Ierland
18+19.10.1986VILVOORDE
13de intergewestelijke tentoonstelling in de Vlierkensstraat
Competitief
VERZILVERD BRONS 69%
Deelname voor De Posthoorn Keerbergen in competitie tegen o.a. onze club

Info      Kalender      Clubblad      Historiek      In de pers      Uitgiften       Verzamelingen       Links